maandag 30 juni 2014

Lijn 8

Ik nam hem gretig voor zijn allerlaatste tocht,
zoals gewoonlijk ongestopt en zonder vrucht.
Daar kwam hij ratelen om de leeggestaarde bocht,
tot 't eind gehoorzaam aan uurwerk's ijzeren tucht.

Een grote stad, maar 't kleine busje was te duur …..
Ach rammelkast, hoe vaak heb ik je niet bereden.
Verschijn opnieuw op 't afgesproken uur,
Want ik pendel tussen toekomst en verleden.
   
Deventer, 27 juni 2014

Bij de opheffing van lijn 8, de bus die de binnenstad van Deventer bediende

Stadsgedicht 30

vrijdag 27 juni 2014

Deventer Raamwerk

Ik heb mijn stempel op de stad gezet,
zoveel als Vader Tijd maar wil gedogen.
Niets is er dat mijn onsterfelijkheid belet:
een mensheidswens vervuld – wie kan op zoiets bogen?

Zo heb ik nu het louche lot verrast,
want mijn zilveren handdruk zal beklijven.
Door 't raam ga ik naar schoonheid op de tast.
Geen zal zijn naam in water schrijven.

Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 23 juni 2014

Bij de afsluiting van het door Loes Ten Anscher ontworpen en uitgevoerd kunstwerk bestaande uit 2300 vinger- of teenafdrukken van willekeurige inwoners van Deventer die tezamen de raamwerken zullen vormen van het nieuwe stadskantoor.

Stadsgedicht 29

zondag 8 juni 2014

Buitengebied

Voor Janine van Harsselaar

Ik sluit het buiten binnen
en kan geen land verzinnen
dat zachter harmonie omvat
dan dat van deze velden, bomen, hoeven, wandelpad
en vergezichten, balsemend voor oog en ziel.

Hier heerst het evenwicht,
het in zich zelve rustend licht,
dat als een weldaad schijnt.
Hier komt de voet tot rust naarmate d' horizon verdwijnt
en vindt het moegedobberd schip zijn kiel.

Dit is het land van regelmaat
en de gerijpte staat.
Hier laat volbrachte geschiedenis zich lezen
met zekerheid dat het niet anders had kunnen wezen.
Geen mens hoeft mij te vragen of mij 't hier beviel.

De aalschover staat te drogen in de zon.
Zo was het toen het leven pas begon.
Het schuw geluk lijkt mij van hieruit goed genaakbaar
en, met beleid en met geduld, aanraakbaar.
Ik geef een ferme draai aan 't grote wiel.


Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 7 juni 2014

Stadsgedicht 27               

vrijdag 6 juni 2014

Voorlezing

De hoofdstedelijke stem
klimt op tot het schellinkje,
's-werelds smalste engelenbak,
en ik mis geen woord.
Eens hoorde ik die stem breken
en bijna brak ik zelf
om de vader die niet meer zinvol sprak
en niet meer zinvol werd gehoord.
En op die stranden
sliep ik eens zelf
en op dat warme water deinde ik op en neer,
lang voordat er werd verdronken en gemoord.
Aan de Golf van Hammamet werden
mijn jonge schreden uitgezet
en nu hervind ik hen
verpakt in het gesproken en geschreven woord.
Tussen strand en engelenbak
ligt het leven
strak gespannen als een koord.

Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 4 juni 2014

N.a.v. van de voorlezing in boekhandel Praamstra door de in Deventer geboren schrijfster Christine Otten uit haar onlangs verschenen roman 'Rafael', waarin de vaak fataal aflopende oversteek van vluchtelingen van TunesiĆ« naar het Italiaanse Lampedusa een grote rol speelt.

Stadsgedicht 26