maandag 18 augustus 2014

Ademtocht der rivier (sonnet)

Het water was vannacht opeens gestegen;
de randen en de dammen zijn bedekt.
Uw woorden, eindelijk in klare taal ontdekt,
heb ik nu helder toegediend gekregen.

De boot heeft zich op het water uitgestrekt,
waarin uw leden zacht waren gelegen.
U was reeds aan mijn milde greep ontstegen
toen 't signaal weerklonk ten teken van vertrek.

De kleine golven speelden met de oever
langs d' oude koers die hij ook nu weer voer.
De dagen gingen reeds aanzienlijk stroever

en regen zich aaneen tot eind'loos snoer.
Eens heb 'k beproefd; nu was ik zelf beproefde.
Kapitein Nemo stond aan het diepteroer.

Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 18 augustus 2014


Stadsgedicht 34

vrijdag 1 augustus 2014

Vers gebakken

een zonneronde van gedichten –
wie zou niet voor de verleiding zwichten
aan de wieg daarvan te staan?

een dichter kent geen plichten
en hoeft geen arbeid te verrichten,
behalve die voor zon en maan.

de pottenbakker zal de klei verdichten
en zal u van geen kwaad betichten
zo lang de baksels niet te pletter slaan.

U las het in de stadsberichten:
kleuren zullen uw huis verlichten
als verse kommen van Chris en van Alied op tafel staan.

opnieuw zal ik het hoofd oprichten,
al moet ik daarvoor het heelal ontwrichten,
maar ik laat in vol vertrouwen mijn schaapjes gaan.

Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 2 augustus 2014

Ter herdenking van het feit dat het stadsdichterschap van Deventer mij een jaar geleden
ten deel viel 
en dat kunstenaar Chris Visser en schrijver Alied van der Meer hun poëtisch
beschreven aardewerk 
onder de titel 'vers gebakken' op de Grote Poot tentoonstelden

Stadsgedicht 28